zondag 3 augustus 2014

U laat niet toe dat de vijand mij insluit

Ik zal mij verblijden, juichen over Uw trouw,
want U ziet mijn ellende,
U kent de nood van mijn ziel,
U laat niet toe dat de vijand mij insluit,
U geeft mijn voeten de ruimte.

Psalm 31:8,9
(NBV)

Hoewel ik geen fan ben van de Nieuwe Bijbelvertaling, kom ik zo af en toe een tekst tegen die mij toch wel op bijzondere wijze kan treffen.
Zo ook gisteren.
Ik sloeg mijn Palmenkalender om naar 16 maart en daar stond de bovenstaande tekst.
Eén zin in het bijzonder trof mij diep in het hart.

'U laat niet toe dat de vijand mij insluit.'

Nu was er iets dat mijn gedachten behoorlijk beheerste en waar ik maar niet los van kon komen.
Steeds opnieuw kwam het terug in mijn gedachten en hoe ik ook mijn best deed om het weg te sturen, of er voor bad dat God het uit mijn gedachten zou nemen, het lukte maar niet.
Mijn verbolgenheid en boosheid over iets, waren te groot en naar ik vond ook gerechtvaardigd.
Toch, toen ik dit woord las, was het alsof God mij er bij bepaalde, dat, hoe gerechtvaardigd mijn boosheid ook mocht lijken, het zorgde er wel voor dat het mij in beslag nam en op andere vlakken lam dreigde te leggen.
Het roofde mijn vreugde, mijn rust met God, mijn tijd met Hem, mijn samen zijn met Hem, maar ook in mijn reacties naar anderen had het een uitwerking.
In een ogenblik zag ik, hoe satan hiermee mij langzaam maar zeker geestelijk aan het insluiten was.
Ik besefte ineens, dat ik mijn gedachten in het begin gewoon had laten gaan en het gevolg daarvan was, dat het me ging beheersen en me langzaam aan dreigde in te sluiten in een wereld van zelfbeklag en bitterheid.
Ineens besefte ik, dat, hoe gerechtvaardigd boosheid soms ook mag zijn, het altijd iets met je doet en dat als je niet oppas, je een dubbel slachtoffer wordt.
Enerzijds door wat er gebeurd is, anderzijds door mijn reactie erop.
Ik hebben altijd een keuze in wat ik doe met mijn boosheid.

De Bijbel zegt in Efeze 4:26, 27: 'Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans.'
Andere vertalingen zeggen; 'Geef de duivel geen voet.'
Ik besefte, dat ik door mijn manier van omgaan met deze boosheid, de satan een voet, ruimte, had gegeven om binnen te komen binnen het terrein van mijn boosheid met als gevolg dat hij het iedere keer opnieuw aanwakkerde en op deed laaien als een vuur.
Diep van binnen wist ik het wel, maar ik was het zat; waar het om ging gebeurde immers voor de derde keer en frustratie had zich van mij meester gemaakt.
's Avonds had ik er wel al voor gebeden en mijn frustraties bij God neergelegd,
maar het was dit woord dat de volgende tot mij kwam, wat de ommekeer in werking zette.

'U laat niet toe dat de vijand mij insluit.'

Hoe vaak zal God al een poging gedaan hebben om mij te waarschuwen dat satan mij aan het insluiten was.
Het feit dat ik het nu inzag, wil immers niet zeggen dat God mij nooit eerder heeft gewaarschuwd.
Hoe vaak heb ik Zijn waarschuwing(en) in de wind geslagen, niet willen zien?
Ik wil hier niet bij blijven stilstaan, maar het is goed om te onderkennen dat het niet aan God ligt , maar aan mijzelf.
Gods woord zegt mij, dat Hij niet toelaat dat de satan mij insluit, maar ik moet wel zelf inzien wat er gaande is.

Met het besef hiervan kon ik naar God toegaan en Hem danken dat Hij mij door Zijn woord heen waarschuwde wat er aan het gebeuren was.
Ik kon Hem danken voor dit woord, waarin zo duidelijk laat zien dat Hij zorg draagt voor wat Hem toebehoord.
Ik verheugde mij over Zijn liefde en trouw en vroeg Hem te vergeven dat ik het (weer) zover had laten komen.
God zag de nood die ontstond (dreigde te ontstaan) van mijn ziel en klopte an de deur van mijn hart met Zijn woord.
Mijn voeten kregen weer ruimte, omdat het net dat de satan aan het spannen was, vernietigd werd.


Vader in de hemel, dank U wel voor Uw grote liefde en trouw.
Dank U wel voor Uw bemoeienis met mijn leven.
Dank U wel, dat U niet toestaat dat de satan mij insluit.
Dank U wel voor Uw waarschuwing.
Geef, Vader, dat ik deze woorden, deze les zal onthouden en ervan zal leren.
Ik prijs Uw grote Naam, o Allerhoogste God en Heer.

- Amen -

Geen opmerkingen:

Een reactie posten